6

Op een speelplaats bij een school in Kuala Lumpur heeft een meisje zich teruggetrokken in een stil hoekje. Ze ziet het hoogste gebouw op aarde, de 452 meter hoge Petronas Towers. Door haar tranen lijkt het gebouw nog hoger. In het spel had ze per ongeluk een klasgenootje laten vallen. Ze was vreselijk uitgejouwd, ze hadden ‘bitch’ tegen haar geroepen en dat haar moeder een achterlijke hoer was. Het klemt in haar keel. Ze wil zó graag naar huis en nooit meer naar school.

Otto komt thuis

Het huis is in diepe rust als Otto thuiskomt. Joris zal wel uit zijn, die komt niet voor drieën thuis. Otto geeft Serkan een aai en loopt door naar boven. Maria is tijdens het lezen in slaap gevallen. Het licht brandt nog, Maria’'s leesbril zit gek scheef op haar neus. Otto gaat naast Maria op bed zitten en haalt voorzichtig haar bril weg. Maria zucht, smakt wat en strijkt met haar tong over haar lippen. Otto legt zijn handen tussen zijn knieën. Een beetje ineengedoken zit hij op het bed en kijkt naar Maria. Haar zwarte lokken zijn vroeg grijs geworden. Op Otto’'s aandringen heeft ze er sinds kort van afgezien om het haar te verven.

Nu fronst ze haar wenkbrauwen en trekt ze een angstig gezicht, blijkbaar gaat er in haar droom iets niet helemaal goed. Hij kan haar niet bijstaan, anders dan door Maria uit haar droom te helpen. Hoewel, misschien speelt hij wel een rol in haar droom.

‘"Alles zal regkom"’ fluistert Otto dicht bij Maria’'s oor, "‘keep the faith, lieverd’." Maria haalt haar wenkbrauwen even vragend omhoog, dan glimlacht ze en draait zich om.

Otto loopt naar beneden, schenkt een wijntje in en zet muziek op, Serge Reggiani.

Ter verdieping van zijn kerstblues knipt hij de lichtjes in de kerstboom aan. Zo zit Otto even, maar hij voelt zich onrustig. Hij loopt weer naar boven, naar zijn werkkamer en zet de computer aan. Eva is online.

‘"Hi Eva :-)’"

‘"Hoi Badman, hoe istie?’"

‘"Was je laatst gecrasht of wat?’"

‘"Ja, maar vertel liever hoe ’t in Adam was, of ben je niet geweest?’"

"‘Kom net terug’"

"‘Vertel’!"

Otto doet verslag in zijn beste internet staccato taal.

"‘Wat denk je"’, typt Otto, "‘is het een gek oud mens, die Do of wat?’"

"‘Het klinkt zo gek dat het misschien wel echt is, de werkelijkheid is vaak gekker dan je kan verzinnen’."

De werkelijkheid, de werkelijkheid, denkt Otto. Sinds Einstein weten we dat alles relatief is, dat alles afhangt van de positie van de waarnemer. Je denkt stil te zitten achter je computer, maar tegelijkertijd raas je met een noodgang door het heelal. De atleet doet zijn best om zo hard mogelijk te lopen, maar als hij tegen de draairichting van de aarde in loopt, gaat hij voor een buitenaardse waarnemer langzamer dan als hij stil zou staan. Hoewel, de aarde draait op haar beurt om de zon, die weer een baan binnen de melkweg beschrijft, terwijl het heelal als geheel uitdijt. Wat is de resultante eigenlijk van al die bewegingen, tóch stilstand? Misschien leggen we wel miljoenen kilometers per dag af, per uur. Wat was ook al weer de snelheid van het licht? Driehonderdduizend kilometer per seconde, dat is in één seconde tien keer de aarde rond. Dat zullen we niet halen, maar misschien gaan we met z’'n allen wel continu door de geluidsbarrière. De baan die je uiteindelijk beschrijft lijkt op zo’'n kermisattractie waarin je omhoog, naar beneden, om de eigen as en als geheel in een cirkel beweegt. In zo'’n attractie wordt Otto kotsmisselijk, waarom nu dan niet?

"‘Ben je er nog?’" ziet Otto op zijn monitor verschijnen.

‘"Goeie vraag :-)’"

"‘Nog zin in een potje bridge?’"

"‘Ik ben moe Eef, ik ga maar '‘ns naar bed denk ik.’"

Otto hoort buiten het aanzwellende geluid van een scooter, gemixt met vlagen muziek.

"‘Bovendien hoor ik zoonlief thuiskomen, zal ik je mailen voor een bridgedate?’"

‘"Oké Badman, see you, laat me even weten of de wasmachine en de computer morgen worden bezorgd, daar ben ik wel erg benieuwd naar :-)’"

"‘Oké, doe ik, bye’."

"‘CU’"

Joris is blijkbaar door het dolle heen, hij heeft de geluidsinstallatie op zijn scooter via de luidsprekers staan in plaats van via de hoofdtelefoon. En niet zo zachtjes ook. ‘"Feel like flying"’ hoort Otto tussen de huizenblokken schallen. ‘"Woew’" klinkt het vervolgens, "Yep!" Gedragen door de wind. Het hoge geluid van de scooter snijdt door de muziek heen. Otto kijkt naar de tijd op de monitor: twee uur, dat valt mee.

Otto staat op en kijkt door het raam de achtertuin in. Joris loopt met zijn helm in de hand naar de achterdeur en ziet zijn vader voor het raam op hem neer kijken. Joris blijft even staan, kijkt Otto aan, spreidt zijn armen en zingt "I feel like flying"’. Otto doet het raam open en schreeuwzingt terug: "‘Woew, woew!"’ Zijn stem slaat over. Joris grimast even naar zijn vader en loopt door. Ondertussen is het licht van de slaapkamer van een overbuurman aangegaan, het gordijn is opzijgeschoven en er verschijnt een slaperig hoofd door het open raam.

‘"Kan het afgelopen zijn?! Er zijn mensen die op dit uur proberen te slapen, sodemieter!’"

‘"So what, mijn zoon is verliefd!"’ schreeuwt Otto terug.

Daar heeft de overbuurman niet van terug, Otto ziet hem zijn hoofd wat scheef houden, zijn armen ten hemel heffen en de gordijnen dicht doen. Het licht gaat uit.

‘"Ka-netter’" zegt Joris en houdt zijn duim omhoog naar zijn vader.

Terwijl Joris naar binnen gaat, loopt Otto naar beneden.

‘"Nou, vertel maar ‘'ns, waar ben je geweest en wie is de ongelukkige?’"

"Naar het toneel en ikzelf ben de ongelukkige.’"

‘"Naar het toneel? Welk stuk dan? Hoezo ongelukkig?’"

‘"Het is geen stuk, maar een meisje, ze heet Isolde en Het Toneel is een kroeg Pa.’"

Nu houdt Otto zijn hoofd scheef.

"‘Juist. En hoezo ongelukkig dan Joris?’"

‘"Ze is niet verliefd op mij maar ziet onze relatie als een broer-zus verhouding.’"

"Maar je maakt helemaal geen ongelukkige indruk Joris."

"Tja, ka-netter, ik blijf wel verliefd natuurlijk" grimlacht Joris.

Joris begint opeens onbedaarlijk te lachen. Joris wijst hikkend van de lach op de speld in Otto’'s broek.

"‘En wat heb jij dan uitgespookt Pa? Je had toch een uitje met de zaak?’"

Ai, denkt Otto, stupid, stupid me. Ik had natuurlijk gelijk even een andere broek aan moeten doen. Wat nu? Te lang wachten met een antwoord is verdacht. Joris in vertrouwen nemen? Op dat moment hoort Otto de traptreden kraken. Hij kijkt om en ziet Maria de trap af komen.

‘"Is Joris thuis? Waarom lacht ... maar wat is er met jou gebeurd Otto?’"

Otto'’s gedachten springen alle kanten uit. Hij kijkt naar Maria, naar Joris, naar zijn broek en weer terug. Kai, kai, kai, denkt Otto, Joris is één ding, Maria een ander. Alleen Joris in het geheim betrekken kan niet meer. Speel open kaart hoort hij in zijn hoofd, speel open kaart! Maar wat zal Maria zeggen? Moet je zien hoe ze kijkt! Hoe zal ze reageren? Wat zal ik zeggen als ze vraagt waarom ik dit alles heb verzwegen? Waarom ook alweer? Al die stemmen in mijn hoofd! Waarom praten ze zo snel en door elkaar? Waarom fluistert de één en schreeuwt de ander? Otto laat zijn hoofd hangen en beweegt zijn armen ietsjes opzij, met zijn handpalmen naar voren.

‘"Het uitje van de zaak ging niet door’" zegt Otto.

"‘Hoezo niet?’" vraagt Maria, eist Maria.

Otto ziet een glas bevroren water in zijn hoofd. Het glas knapt.


naar volgende hoofdstuk



Last modified at  ÓForceDragon